An Eelen
Ik vond de kracht om me kwetsbaar op te stellen
Door An Eelen
Psychiatrisch verpleegkundige, Moeder-Baby-Eenheid, PC Bethanië Zoersel
“Het was begin maart toen de toon in de kliniek veranderde, we moesten ons klaarmaken, voorbereiden op wat wel eens een oorlog zou kunnen worden. Niemand wist wat er ging gebeuren, niemand wist eigenlijk waarop we ons moesten voorbereiden. We hadden allemaal de beelden van Wuhan gezien, niemand die ooit kon denken dat hetzelfde ons zou overkomen. Herinneringen van in de tijd van de Mexicaanse griep werden bovengehaald, dat bleek namelijk achteraf een storm in een glas water.”
“Plots kwam het dichterbij. De krokusvakantie. Mijn collega, die in Noord-Italië verbleef, zag het leed daar, de grenzen gingen sluiten, in allerijl kwam zij naar huis met haar gezin. Ze wou zich laten testen op COVID-19, maar stuitte overal op een ‘nee’. Ze maakte zich zorgen. Zij had geen symptomen, maar ze kwam wel uit besmet gebied. “Hoe kan ik zo komen werken?”, vroeg ze zich af. Beide werken we op de Moeder-Baby-eenheid in Zoersel. We hebben erg veel contacten, geen beschermingsmateriaal, leven in een leefgroep. Ik maakte me niet veel zorgen. “We volgen gewoon de richtlijnen en die zeggen dat je terug kan komen”, stelde ik haar gerust aan de telefoon.”
“13 maart, telefoon van mijn dochter; de school sluit. Ze is heel content. Ook mijn zoon is blij: de lagere school doet de deuren dicht. Mijn man en ik beginnen zich wat meer zorgen te maken, hij is zelfstandige. We proberen structuur te geven aan de dag, maar de kinderen kiezen al snel hun eigen weg, met als ijkpunt de maaltijden. Ondertussen voel ik voel de spanning op de werkvloer toenemen. Collega’s zijn bang, bang voor besmetting, bang om zelf ziek te worden, bang om het virus door te geven.”
“De richtlijnen vanuit het beleid worden strenger en strenger. Mama’s en hun baby’s mogen niet meer in het weekend naar huis. Vaders, mogen amper op bezoek komen. Mijn collega, die ik al 20 jaren ken, slaapt niet meer. Ze vertelt dat ze bijna een accident had veroorzaakt, door haar slaapgebrek. Ze staat stijf van de stress. Ik herken haar niet meer. Ik voel mijn hart breken, ik maan haar aan om naar haar huisarts te gaan. Dit is niet te doen. Ik zie hetzelfde bij een andere collega: angst en nors gezind. We hebben veel mentale ruimte nodig om ons te kunnen afstemmen op onze mama’s. Dat lukt amper door al die stress die we voelen. Er zijn heel wat collega’s thuis met luchtweginfecties. Niemand wordt getest. We tasten in het duister. Ik voel dat ik niet meer kan ademen, ik kan mijn werk niet doen zoals ik het wil door al die zorgen om de anderen, om mijn thuissituatie, …”
“Ik voelde dat ik zo veel verdriet had over wat er aan de hand was. Maar door mijn verdriet te voelen, maar er niet mee samen te vallen, voelde ik ook dat ik geen speelbal werd van dit gevoel. Ik mailde de psychologe van ons ziekenhuis dat het niet ging, dat ik de collega’s zo zag afzien, dat ik daardoor niet functioneerde. Ook door dit op papier te zetten, kwam er ook ruimte voor iets anders. Ik vond de kracht om mij kwetsbaar op te stellen, langs te gaan bij onze coördinator en zo verschoof er iets. Ik voelde me verbonden, ik kreeg meer vertrouwen, … Onze coördinator organiseerde meer intervisies waar we ervaringen konden delen: zowel privé als over ons werk. Er kwam een diepere laag van verbondenheid met mijn collega’s, een steviger net. Zo kon ik mij ook meer focussen op mijn werk, dat gaf ook heel wat meer ademruimte.”
“Tijdens moeilijke momenten probeer ik meer in te zetten op wat wel nog kan, dat zorgt voor verlichting. Humor en zottigheid, bellen met de vriendinnen, lezen, muziek luisteren. Wat mij ook helpt, is kijken naar mijn kinderen die blijven dansen en zot doen, … Hun veerkracht is enorm. Mijn dochter fietste elke dag een tweetal uren en ontdekte zo haar geboortedorp met al zijn verborgen plekjes, trok er zeer mooie foto’s van en toonde ze me iedere dag vol trots na mijn werkdag.
Misschien is het voor mij ook zo. Door de stilstand van mijn leven ontdek ik ook verborgen plekjes in mezelf en laat ze zien aan anderen, de dag erna fiets ik ook verder.”
"Tijdens moeilijke momenten probeer ik meer in te zetten op wat wel nog kan, dat zorgt voor verlichting. Humor en zottigheid, bellen met de vriendinnen, lezen, muziek luisteren. Wat mij ook helpt, is kijken naar mijn kinderen die blijven dansen en zot doen, … Hun veerkracht is enorm."
Meer lezen? tips onder de vuistregel ‘laat je emoties toe, ze horen erbij’ sluiten mooi aan bij Ans oproep.